‘Nu krijg ik de kans om terug te kijken op een rijk leven’
Reina leeft al bijna 32 jaar met hiv. ‘Medicijnen hebben mij de kans gegeven om een normaal leven te leiden. Daar ben ik heel dankbaar voor.’ Nu ze 56 jaar is, merkt Reina dat ze tegen haar fysieke grenzen aan loopt. ‘Ik ben een wijze, oude vrouw geworden, maar ik kijk met veel voldoening terug op een zinvol, rijk leven.’
Halverwege de jaren tachtig vertrekt de jonge Reina Foppen naar Spanje om er te werken. Daar ontmoet ze haar grote liefde Sebastián. Ze besluit om zich te vestigen in Spanje. Totdat haar vriend ziek wordt. Hij blijkt hiv en levercirrose door hepatitis C te hebben. Begin 1989 laat Reina zich testen; ze blijkt seropositief.
Slecht perspectief
‘Het was een moeilijke periode. Het perspectief voor mensen met hiv was ronduit slecht. De angst voor de ziekte was groot en de kennis zeer beperkt’, zegt Reina. In die tijd zijn er nog geen echt doeltreffende medicijnen. Alleen AZT (de eerste hiv-remmer) is beschikbaar, maar Reina’s vriend krijgt deze niet vanwege de toestand van zijn lever. ‘Mijn weerstand was nog goed, dus ik kreeg het ook niet.’
Onzekere tijd
Eind 1990 overlijdt Sebastián aan de gevolgen van de levercirrose en Reina keert terug naar Nederland, want in Spanje had ze zonder haar partner geen verblijfspapieren en geen verzekering meer. ‘Gelukkig voelde ik me niet ziek. Maar het was wel een heel onzekere periode, zonder toekomstperspectief.’ De internist houdt Reina’s CD4-cellen goed in de gaten, om te volgen hoe haar afweersysteem zich houdt. Uiteindelijk start ze pas acht jaar later met medicijnen, een combinatie van AZT en DDI.
Sky was the limit
Een jaar later keurt minister Els Borst het gebruik van combinatietherapie versneld goed. ‘Dat heeft mijn leven gered, denk ik. De eerste twee jaar had ik erg veel last van bijwerkingen, zoals diarree en vermoeidheid, maar de nieuwe medicijnen werden steeds beter en de bijwerkingen minder. Eind jaren negentig durfde ik een baan aan waarvoor ik veel internationaal moest reizen. De horizon was een stuk opgeschoven; de sky was the limit.’
Godsgeschenk
‘Toen ik te horen kreeg dat ik hiv had, dacht ik dat ik nog maar kort te leven had. De meeste mensen die in mijn tijd de diagnose hiv kregen, leven niet meer. Dankzij de steeds betere medicijnen moest ik mijn toekomstperspectief elke keer weer bijstellen. Zo had ik het moederschap al uit mijn hoofd gezet, maar er kwam een moment dat ik me realiseerde dat ik, dankzij de kennis en medicatie van dat moment, toch een gezond kind kon krijgen.’ Reina krijgt op haar 41ste een gezonde dochter; een godsgeschenk, zo beschouwt ze dat. Tijdens de zwangerschap wordt de hiv-medicatie aangepast en na de geboorte krijgt de baby ook zes weken hiv-remmers, om overdracht uit te sluiten.
Versneld ouder
Het virus is uitstekend onder controle, vertelt Reina. Zo lang ze de medicijnen slikt en het virus niet aantoonbaar is in het bloed, kan ze de aandoening niet overdragen.